• NL
  • FR
  • EN
  • DE

Polet Quality Products “Onkruidbranders”

Vanaf nu beschikbaar de Polet Quality Products “Onkruidbranders”

Bestrijd onkruid op een milieuvriendelijke en niet giftige manier op terras, oprit of paden.
Brand even met de gasbrander over het onkruid op 5 à 10 cm afstand. De cellen van het onkruid barsten open en het onkruid zal verwelken.

Het is niet nodig van het onkruid zwart te verbranden.

Na een aantal behandelingen zal tevens het wortelgestel van het onkruid aangetast zijn en afsterven.

Verschillende modellen van branders zijn beschikbaar.

Waarschuwing:

1.    Lees de instructies aandachtig voor het gebruik
2.    Werk met directe druk Butaan en gereduceerde druk (0,5 - 3 bar) met behulp van een drukregelaar voor propaan- en butaanpropaan-mengsels.
3.    Gebruik geen druk regelaars met vaste ijking voor huishoudelijk gebruik, omdat de geleverde druk niet voldoende is
4.    Buiten of in goed geventileerde ruimtes gebruiken
5.    Na gebruik zal het mondstuk heel erg warm zijn, bewaar het op een veilige plaats , uit de buurt van brandbare materialen
6.    Alle werkzaamheden aan de apparatuur moet door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd en moet goed gekeurd worden door de fabrikant. Gebruik alleen originelen onderdelen.
7.    Wij adviseren u om de lasbrander met een anti-barst veiligheidsklep te gebruiken.
8.    De slang niet gebruiken om de gasfles op te tillen of te verplaatsen
9.    Controleer de slang voordat u het apparaat in gebruik neemt en vervang de slang onmiddelijk als er per ongeluk ingesneden is, als hij gebarsten is, verwarmd, zwellingen toont, of van diamenter veranderd is.
10.     Gebruik alleen geteste slangen volgens EN1327 voor gebruik met LPG, indien niet meegeleverd met het apparaat.
11.     Bescherm de gasfles, tegen zon en warmte, de temperatuur van de fles mag niet boven de 50°C komen.
12.     Buiten het bereik van kinderen houden.
13.     De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade, in geval van verkeerd gebruik van de apparatuur
14.     Controleer regelmatig (of in geval van een lange periode dat het apparaat niet gebruikt is) of alle onderdelen in goede staat zijn.
15.     Enkel voor gebruik in buiten lucht of goed verluchte ruimtes, op een veilige afstand van hittebronnen, open vuur of vonken, en weg van vuilnis en ontvlambare materialen.

Gebruiksaanwzijzing:

A.    Zorg ervoor dat de kraan van de brander goed gesloten is De sluitkracht van het handwiel moet 0,3 Nm zijn. 
B.    Verbind de slang met de brander door middel van de wartel met behulp van twee sleutels (één sleutel vergrendelt de fitting en één sleutel haalt de andere fitting aan).
Wanneer butaan wordt gebruikt, sluit u de slang aan op het cilinderventiel. WAARSCHUWING: controleer de afdichting tussen de slangfitting en de cilinderklep. De druk mag de 3 bar niet overschrijden.
Wanneer propaan/mengsels worden gebruikt, verbindt u de slang met de regelaar die aan de cilinder zit gekoppeld. WAARSCHUWING: controleer altijd de aansluiting/afdichting tussen de slang en de regelaar. 
C.     Draai het ventiel van de gasfles open.
D.     Controleer alle afdichtingen middel van zeepwater. Geen vuur gebruiken om lekkage te vinden. Indien veiligheidsventiel en regelaar aanwezig zijn, controleer de afdichtingen tussen de aansluiting van de verschillende elementen die in het gascircuit aanwezig zijn.
E.     Mocht u een gaslek ontdekken, sluit dan de gasfles en controleer opnieuw de dichtingen. Blijft het probleem  bestaan, neem dan contact op met uw dealer.
F.    Draai het kraantje linksom (½ slag) een beetje open.
G.     Ontsteking: voor branders uit de piëzo-serie drukt u op de piëzo-knop.
H.    Draai knop helemaal open om maximale prestatie uit de brander te halen.
I.     Gebruik de hendel voor het maximale vermogen.
J.    Sluit na het werk altijd eerst de gasfles, daarna het kraantje van de brander.
K.     Wanneer u de lege gasfles verwisseld voor een nieuwe, doe dit altijd in een goed geventileerde ruimte en ver weg van warmtebronnen/vlammen. Herhaal alle handelingen vanaf punt A.

Onderhoud:

Soms kunnen onzuiverheden, die van het gas afkomstig zijn, de injector gedeeltelijk of volledig verstoppen. 
Om de injector te wassen; daarna met perslucht doorblazen. 
Om deze handeling uit te voeren, moet de gasfles helemaal losgekoppeld zijn van de brander. ABSOLUUT NIET DE DIAMETER VAN DE INJECTOR VERGROTEN.

Node counts

1